Wij wonen in een rijtjeshuis
We hebben mooie spullen thuis
We leven heel normaal daar met z’n drietjes bij elkaar
Bas die werkt bij de krant
En Diederik is laborant
Ik ben door hen geadopteerd als baby van een jaar
Nog altijd ben ik enig kind
Maar niet dat ik dat erg vind
Zo krijg ik alle aandacht, alle liefde van die twee
Bas brengt mij altijd naar school
Met Diederik speel ik viool
En met z’n drietjes kijken we de soaps op de TV
Ik heb twee vaders
Twee echte vaders
Soms stoer en ook wel streng
Maar we hebben het heel fijn
Ik heb twee vaders
Twee echte vaders
Die als het moet ook allebei
Mijn moeder kunnen zijn
Wanneer ik naar mijn bed toe ga
Kijkt Diederik mijn huiswerk na
En Bas doet de vaat of hij strijkt de schone was
En als ik ziek of koortsig ben
Dan is er niemand die ik ken
Die zo lief voor mij zal zijn als Diederik of Bas
Hij heeft twee vaders
Twee echte vaders
Soms stoer en ook wel streng
Maar we hebben het heel fijn
Hij heeft twee vaders
Twee echte vaders
Die als het moet ook allebei
Mijn moeder kunnen zijn
Soms wordt ik wel gepest op school
Natuurlijk is dat naar
Jouw ouders zijn homo!
Dat vinden ze maar raar
Dan haal ik maar mijn schouders op
Nou en! Ik ben hun zoon!
’t Is niet zoals bij anderen
Maar voor mij is ’t heel gewoon